algemene informatie guppen

Algemeen

 

De guppy, ook wel "missionarisvisje" en "miljoenenvisje", is een levendbarende tandkarper. De "gup" is wereldwijd het meest populaire aquariumvisje. De mannetjes worden gemiddeld 4 en de vrouwtjes 6 cm lang. De meeste guppy's leven 2-3 jaar. Er zijn er weinig die ouder dan 5 worden.

De guppy is erg variabel en komt inmiddels wereldwijd voor en heeft lokaal overal een eigen uiterlijk, wat betreft kleur, vorm van de vinnen enz. Lokale ingesloten stammen ontwikkelen vaak een eigen uiterlijk. Een nauwe verwant van de guppy is de zogenaamde " Endlers Levendbarende". Wetenschappers zijn er nog niet geheel uit hoe deze moet worden gezien ten opzichte van de guppy. Als aparte soort of een ondersoort, of toch maar een lokale variant van de guppy. Aangenomen wordt dat deze vis een andere soort is en daarom draagt deze de naam Poecilia Wingei.

Van de guppy zijn veel variƫteiten gekweekt met een prachtig gekleurde staart, een staart uit twee delen (dubbelzwaard) of een sluierstaart. Deze staartvormen zijn echter natuurlijk, ook in de natuur komen verschillende zwaardtypes voor. De guppy wordt nog steeds wel gebruikt om onderzoek te doen naar erfelijkheid. Hoewel de moderne wetenschap momenteel heel vaak de voorkeur geeft aan het zebravisje, ook wel bekend als de zebradanio (brachydanio rerio).

 Huisvesting

De guppy is op veel plaatsen uitgezet om met name muggen te bestrijden, vanwege de voorkeur voor muggenlarven als voedsel. De guppy kan prima gehouden worden in een gezelschapsaquarium. De guppy is zeer vreedzaam tegen over andere vissen, de mannetjes zijn wel constant bezig om de vrouwtjes te bevruchten. Men doet er dan ook verstandig aan om 1 mannetjes guppy te houden met daarbij 3 vrouwtjes. Anders worden de vrouwtjes constant opgejaagd, en dit bezorgt stress, en stress kan leiden tot ziekten. De leefbare temperatuur ligt tussen 18 en 28 graden.

 Kweek

De kweek is simpel. De eieren ontwikkelen in het moederlichaam en komen uit op het moment dat het ei in aanraking komt met het water bij de geboorte. De 20-100 jongen zwemmen dan direct zelfstandig rond en gaan meteen naar het wateroppervlak om zich daar te verschuilen tussen de wortels van drijfplanten. Als men meerdere kleine guppy's over wil houden is het raadzaam de moederguppy apart te houden. Deze kan anders meteen na de geboorte haar eigen jongen opeten. Als men de net geboren guppy's verplaatst kunnen ze last krijgen van kleefvinnen. De eerste dagen na de geboorte kan men vloeibare voeding in druppelvorm geven, als de jonge guppy's iets groter zijn kan men ze fijngewreven droogvoer geven. De jongen zijn na ongeveer 2 weken groot genoeg om niet meer als voedsel voor de grotere vissen in het aquarium te dienen.

 De guppy in Nederlandse wateren

In Nederland is de guppy losgelaten in het koelwater van de hoogovens van Corus. Omdat dit water 's winters warm genoeg blijft, is een populatie ontstaan die afwijkt van de normale guppy. De vis bij IJmuiden wordt wel 12 cm lang. Normaal geldt voor de guppy een ondertemperatuur van 15 oC.